Ideeën verlaten hun bron niet.

Deze uitspraak komt verschillende malen in Een cursus in wonderen voor. Het is een basis principe van de metafysica van de Cursus.

Toch leek deze uitspraak mij lange tijd wat cryptisch. De betekenis ervan is nog steeds niet altijd duidelijk voor studenten. Graag waag ik me aan een poging tot verheldering…..

‘Ideeën verlaten niet hun bron…..’

Er is maar één Bron. De Denkgeest van God. God schiep Zijn Zoon als deel van Zichzelf, als deel van Zijn Liefde. Wij zijn Zijn Zoon. Wij zijn een Idee van God. Wij bestaan voor altijd als een Idee in de Denkgeest van God. Dat is onze ware Identiteit die zich buiten tijd en ruimte bevindt.

“God wil dat jij leert wat altijd waar is geweest: dat Hij jou geschapen heeft als deel van Hem, en dat dit nog steeds waar moet zijn omdat ideeën hun bron niet verlaten” (T26.VII.13:2).

Dit is prettig om te weten maar wat doen we er practisch mee?

‘Ideeën verlaten niet hun bron…..’ Als we deze uitspraak benaderen vanuit de wereld die wij om ons heen zien – want dat is de plek waar wij ons denken te bevinden – dan blijven de ideeën nog steeds binnen hun bron. Maar van hieruit bekeken is hun bron de gespleten denkgeest. In de gespleten denkgeest bevinden zich slechts twee ideeën: Eén waar idee en een onwaar idee.

Het ware idee bevindt zich in het juist-gerichte deel van de gespleten denkgeest, the right mind. Het is de herinnering aan onze ware Identiteit – vertegenwoordigd door de Heilige Geest – die ons terugvoert naar Huis, naar onze Bron, waar we altijd al waren. 

Het onware idee bevindt zich in het onjuist-gerichte deel van de gespleten denkgeest, the wrong mind. Het is de afscheidingsgedachte – vertegenwoordigd door het ego – die onze terugkeer naar Huis, naar onze Bron, belemmert.

“Er is geen wereld los van jouw ideeën, want ideeën verlaten nooit hun bron, en jij houdt in je denkgeest de wereld in gedachten in stand” (WdI.132.10:3).

“Ideeën verlaten hun bron niet, en hun gevolgen lijken er alleen maar los van te staan. Ideeën zijn eigen aan de denkgeest. Wat naar buiten is geprojecteerd en schijnbaar buiten de denkgeest ligt, is helemaal niet buiten, maar een gevolg van wat zich van binnen bevindt, en zijn bron niet heeft verlaten” (T26.VII.4:7-9).

‘Ideeën verlaten hun bron niet’ is een andere manier om te zeggen dat de wereld die wij zien illusoir is, in werkelijkheid niet bestaat. Wij kunnen de wereld niet veranderen. Wij kunnen wel ons onware idee veranderen in een waar idee. Als wij het onware idee – de afscheidingsgedachte – veranderen in het ware idee – de vergevingsgedachte van Eenheid en Liefde – dan zal de wereld overeenkomstig veranderen en uiteindelijk verdwijnen. Dat is in feite onze enige macht, het enige wat wij kunnen ‘doen’. Wij kunnen onze ideeën in de bron – de denkgeest – veranderen, want buiten de bron bestaan ze niet. En zo wordt de uitspraak ‘Ideeën verlaten niet hun bron’ buitengewoon practisch.

“Wanneer de gedachte van afgescheidenheid gewijzigd is in een van ware vergeving zal de wereld in een heel ander licht worden gezien, een dat tot de waarheid leidt, waarin heel de wereld met al haar dwalingen zal verdwijnen” (WdII.3.1:4).

Ernestine/mei 2014